Gedicht van een autistisch meisje
Je weet dat ze je niet vergeten
In je ruimte zonder ruiten
Je schaduwen als gezelschap
Ze overmeesteren je
Vraag in je ontreddering niet wat het scheelt
Negeer, maak een nieuw begin
Vanonder je glazen stolp kun je de wereld zien zeilen
Je bent veilig, ze raken je niet
Maar in de diepten van je ziel
Kan jou de koude wind bereiken
Je waant je veilig
Te veel tijd zal verstrijken:
geen weg terug.
Rennen tot je erbij neervalt
Hoe houd je nog halt
De mensen passeren heel nabij
Je zwaait naar hen, jij
Ze glimlachen naar het kind dat je lijkt
Ze zien je huilen
Kan dat hun schuld zijn?
Geef je over, stel deskundigen geen vragen
Niet blijven piekeren, straks luister je misschien
Vlucht in een eenzame hoek van je ziel
Ergens
Als niemand, en nergens...